Phaseolus vulgarus (kievitsboon)

De slingers ophangen. Over kievitsbonen

“Het leven is een feest,  maar je moet wel zelf de slingers ophangen”. Ik heb dit, geloof ik, gelezen op een poster van Loesje. En ik ben het er mee eens.

Daarom zet ik om de paar jaar kievitsbonen in mijn tuin. En dan de klimmende variant, zodat je in de nazomer de mooie grote rode peulen goed ziet hangen. Wat een feest: alsof er slingers hangen in je tuin!

Spraakverwarring

Er zijn verschillende namen voor deze bonensoort. In Nederland heten ze kievitsboon. De veel bekendere Italiaanse naam is borlotti. En in Frankrijk noemen ze ze coco rose.

Hier begint dus de spraakverwarring. Want sommige bronnen spreken van kievitsboon ofwel pintoboon, niet te verwarren met de borlotti of coco rose. Dit omdat de pintoboon van oorsprong uit Chili komt, terwijl de andere twee hun oorsprong in Zuid-Europa zouden hebben.

Volgens anderen zijn het gewoon verschillende namen voor dezelfde boon. De Latijnse naam biedt ook geen uitkomst. Bij de zaadhandel heten ze allemaal Phaseolus vulgarus.

Ik kom er niet uit. Hoe ze ook heten, allemaal hebben ze de prachtige, vlammend rode peulen en de gespikkelde wit-rode boontjes. Dat verklaart de Nederlandse naam: de boontjes lijken op kievitseitjes.

Zaaien, oogsten en eten

Leg kievitsbonen vooral niet te vroeg, zeker niet voor mei. En dan ook nog als er goed weer verwacht wordt. Te nat en te koud weer (vooral die combinatie) maakt dat de bonen gaan rotten in de grond.

Omdat ze niet zo gemakkelijk ontkiemen (voorweken helpt) en de weersomstandigheden nauw letten, kun je ook binnen voorzaaien in potjes. Je hebt de omstandigheden in de hand en voorkomt dat de net opgekomen boontjes worden afgepikt door de vogels.

Het mooiste effect krijg je met de klimmende variant: de bonen worden gemakkelijk een paar meter hoog en slingeren zich rond de stokken of steunen. Na de bloei verschijnen de eerst groene bonen.

De eerste keer dat ik ze probeerde liet ik sperziebonen en kievitsbonen door elkaar groeien. Ik dacht aan de kleur wel het verschil te zien. Dat bleek niet zo te zijn: ze beginnen allebei groen. Maar terwijl je de sperziebonen dan plukt om te eten, moeten de kievitsbonen veel langer blijven hangen.

Langzaam kleuren de kievitsbonen rood tot ze ongeveer in september je hele tuin opfleuren. Gecombineerd met dahlia’s is het tuinfeest compleet.

Kievitsbonen zijn rijp als de boontjes in de peul rood-wit gestippeld zijn. Is dat niet het geval, dan zijn ze nog niet rijp. Kievitsbonen zijn droogbonen, dat wil zeggen dat je ze na het doppen kunt drogen en bewaren zoals bruine bonen.

Maar je kunt ze ook direct vers koken. Tijdens het koken verdwijnen de mooie spikkels. De smaak is niet heel bijzonder, ongeveer zoals de bruine boon.

Met de kievitsboon besluit ik mijn bijdragen aan Het jaar van de peulvruchten. De eerdere twee blogs gingen over tuinbonen en peultjes.

2 gedachtes over “De slingers ophangen. Over kievitsbonen

  1. Pingback: Het is weer begonnen, toch…..? – stiensbuitenblog

Plaats een reactie