Zeg winter en ik denk stoofpeertjes. Er is weinig dat de geuren en smaken van december zo goed vertegenwoordigt als dit recept van stoofpeertjes met rode wijn, kaneel, gember, sinaasappel en anijs. Een beetje zoals de warme geuren van glühwein. Makkelijk te maken of in te maken. En goedkoop, want het bespaart je de aanschaf van een dure geurkaars of geurzakje.
Benodigdheden:
- 10-12 kleine stoofperen (Gieser Wildeman)
- 500 ml rode wijn
- 200 gram suiker
- 1 kaneelstokje
- 1 stukje steranijs
- 1 stukje verse gember (2cm)
- 1/2 sinaasappel
Schil de stoofpeertjes, verwijder het klokhuis en snijd ze in gelijke kwarten. Dit verkort de kooktijd en zorgt ervoor dat ze straks in de potjes passen (voor als je de peertjes wilt inmaken en langer bewaren).


Doe de peertjes in een kookpan. Giet de rode wijn erbij. Voeg de suiker toe, het kaneelstokje en de steranijs. Schil de gember, snijd deze in plakken en voeg toe. Boen de sinaasappel goed schoon onder de kraan. Snijd de helft in dikke plakken en voeg toe. Breng de inhoud van de pan, met het deksel erop, aan de kook.
Na 45 tot 60 minuten zijn de peertjes voldoende gaar. Gebruik die tijd om 3 of 4 potten met schroefdeksel schoon te spoelen met een beetje soda en kokend water. Spoel potten en deksels goed na met alleen kokend water en laat ze omgekeerd uitlekken op een schone theedoek. Zorg dat de potten nog heet zijn als je de stoofpeertjes erover verdeelt (verwijder de sinaasappelschijven en de specerijen). Breng dan de siroop nog even vol aan de kook en vul hiermee de potten af tot aan de rand. Schroef de deksels erop en laat ze omgekeerd op de theedoek afkoelen.
Als het deksel na afkoelen iets hol staat, dan is de pot goed vacuüm getrokken. Op deze manier ingemaakt blijven stoofpeertjes maanden tot wel een jaar lang goed.