Gehakt met taugé

Als je een eenvoudig maaltje wilt met een Indonesische twist, dan is dit het aangewezen recept. Behalve de taugé en het gehakt zijn alle ingrediënten wat mij betreft standaard keukenvoorraad. Het ziet er niet spectaculair uit, maar het is gezond, superlekker en snel klaar.

Bij mij thuis is dit recept van gehakt met taugé al jarenlang een traditional. Een dikke veertig jaar geleden deed ik een cursus boekbinden. De twee kleine dummy’s die ik maakte bestemde ik als receptenboekjes, die nu inmiddels onder de vlekken zitten en uit elkaar beginnen te vallen.

Laatst vroeg iemand of mijn stijl van koken in vergelijking met toen erg veranderd is. Ik dacht van niet, maar bij nadere beschouwing: zeker wel! Als jonge student gebruikte ik veel meer zakjes en pakjes, at ik meer vlees of maakte ik rare combinaties van vlees met tomatenpuree en een blik perziken. Tegenwoordig kies ik vaker voor puur en gezond. Maar de gehakt met taugé, die blijft!

Benodigdheden (3 personen):

  • 2 uien
  • 1 eetlepel boter
  • 4 tomaten
  • 2 tenen knoflook
  • 2 theelepels bouillonpoeder of verkruimeld bouillonblokje
  • 2 theelepels sambal oelek
  • 2 eetlepels ketjap manis
  • 300 gram gehakt (halfom of rund)
  • 300 gram taugé

Snipper de uien en bak ze 2 minuten aan in de boter. Dompel de tomaten een halve minuut in een pannetje met kokend water, ontvel ze en snijd ze in stukjes. Pers de knoflook uit boven de uien en voeg achtereenvolgens toe: bouillonpoeder, sambal oelek, ketjap manis, gehakt en de stukjes tomaat. Laat dit alles circa 5 minuten stoven en het gehakt garen.

Was de taugé in een vergiet en warm deze kort mee met de rest. De taugé moet wat knapperig blijven.

Serveer met witte (pandan)rijst en plakjes komkommer en extra sambal en ketjap aan tafel. Lekker met kant en klaar gebakken uitjes of seroendeng.

Kedgeree

Er is een veelbesproken en snedige scène in de serie The Crown waarin Margaret Thatcher kedgeree kookt voor haar kabinetsleden. Van oorsprong is kedgeree een eenvoudig Indiaas gerecht van rijst en linzen. In de Britse burgermansversie gaan geen linzen maar vis. In mijn recept kiezen we voor gestoomde makreel.

Benodigdheden voor 2 personen:

  • 1 ui
  • 150 gram winterwortel
  • 2 eetlepels olie
  • 150 gram risottorijst (bijvoorbeeld arborio)
  • 1/2 citroen (biologisch)
  • 1 theelepel massalakruiden
  • 375 ml kippenbouillon (tablet)
  • 2 eieren
  • 100 gram gestoomde makreelfilet
  • 10 gram (platte) peterselie

Snipper de ui fijn en snijd de winterwortel in piepkleine blokjes (ongeveer ter grootte van een doperwt). Verhit de olie in een grote pan, bijvoorbeeld een hapjespan. Fruit de ui in de olie lichtbruin. Roer de rijst erdoor en daarna de wortelblokjes. Rasp de schil van de citroen erboven. Voeg de massalakruiden toe. Ik gebruik het liefst pittige Surinaamse massala.


Bak nog eventjes door en voeg dan een scheutje kippenbouillon toe. Laat rustig koken – zonder deksel – en roer zo nu en dan door. Voeg steeds pas een scheut bouillon toe als de vorige geheel is opgenomen. Na ongeveer 20-25 minuten is de rijst beetgaar. Haal de pan van het vuur en doe het deksel erop. Laat de risotto zo nog een paar minuten nagaren.

Terwijl de rijst kookt, kook je de eieren hard (7 minuten). Laat ze in koud water ‘schrikken’, pel ze en snijd ze in kwarten. Haal de makreel in stukjes uit elkaar. Snijd de peterselie fijn. Schep de kedgeree in 2 diepe borden of schaaltjes. Verdeel de peterselie er over, de makreelstukjes en de eierkwarten. Maal er eventueel nog wat peper over. Voeg geen zout meer toe, omdat de bouillon en de makreel al zout genoeg zijn.