Viola tricolor (Driekleurig viooltje)
Er is waarschijnlijk niemand die zijn viooltjes te lijf gaat met een nagelschaartje. Maar ik doe dat. In april gaan de viooltjes in mijn potten in een groeispurt. Ze reiken omhoog, maken veel – en grotere – bloemen en smoren daarbij de oudere bloemen die onderop zitten. Die verleppen en maken zaad en trekken daarmee op den duur de kracht uit de planten. Als je ze verwijdert houd je dus langer plezier van al die andere vrolijke gezichtjes die je aankijken.
Het is een prutswerkje, maar je wordt er aardig Zen van.
Viooltjes zijn een duurzame investering. Ik koop ze laat in de herfst, meestal pas in november. Met achttien plantjes voor een euro of zes, zeven vul ik drie grote terracotta potten. In november ziet dat er nog niet erg gevuld uit. Ik laat ruimte naar het midden en naar de rand van de pot. Ik zet ze tegen het huis, zodat ze iets beschut staan en niet compleet verregenen. De potten zet ik op potscherven, zodat het overtollige water er onder uit kan.
In de winter zijn er momenten dat je denkt dat de viooltjes het niet overleven. Bij strenge vorst zie je ze krimpen. Als ze berijpt zijn zien ze er glasachtig en breekbaar uit. Maar als de temperatuur oploopt herstellen ze net zo gemakkelijk.
Zo heb je dus al wat kleine bloemen vanaf november en veel – heel veel – grotere vanaf april. Viooltjes bloeien zo door tot eind mei. Tegen die tijd heb ik het nagelschaartjesregime al opgegeven. Er is teveel werk elders in de tuin.
Door de zon en de hogere temperaturen zijn ze eind mei uit hun verband gegroeid. Het blad is hier en daar geel geworden. Bij de meeste mensen verhuizen de violen dan naar de afvalbak of naar de composthoop. Einde van het concert. Andere pottenvullers. Maar niet bij mij.
Nagelschaartje wordt heggenschaar. De snoei gaat er in, zo ver dat er nog net wat blad aan de steeltjes zit. Minder dan tien centimeter. Een beetje gedroogde koemest, een wat meer beschaduwd plekje, oppassen dat ze niet uitdrogen. En daar gaan de violen weer. Concerto No. 2 in D Majeur.
Naschrift:
- In 2015 mislukte deze violentruc door de langdurige, zomerse droogte in mijn tuin. Violen gaan dus niet altijd een jaarrond mee.
- In 2018 was mijn achtertuin in april en mei een tapijt van paarse viooltjes. Geen haar op mijn hoofd dacht nog aan een nagelschaartje. Dat is net zoiets als de wc-pot met een tandenrager…
Vertel: doe jij wel eens dingen in jouw tuin waarvan een ander zal denken: gekkenwerk!? Maar werkt het voor jou en je planten?
Ha Eric, hoe gek wil je het hebben? Panty’s en pompoenen, wat dacht je daar van?
Pompoenen hebben veel zon nodig en nemen veel ruimte in. Ik heb een tuin op het noorden en weinig ruimte. Maar toevallig vind ik pompoenen heel erg leuk en lekker. Dus ik heb er wat op gevonden: ik leid ze lang de schutting of over de waslijn. Dan krijgen ze meer zon dan wanneer ze op de grond liggen.
Als de pompoenen ongeveer de grootte hebben van een tennisbal doe ik er een panty/pantykousje omheen. Daarmee knoop ik de vrucht vast aan de schutting of de waslijn. Zo voorkom ik dat het steeltje breekt als de vruchten groter worden. En die panty rekt eindeloos mee dus het blijft altijd hangen.
Het is even wennen misschien, maar er is vast wel iemand die oude panty’s (met of zonder ladders) aan je wil afstaan 🙂
LikeGeliked door 1 persoon
Dag Stien, dank je voor de handige tip. Eindelijk een excuus om panty’s in huis te halen 😉
Als er nog meer uitzonderlijke oplossingen zijn: ik hoor ze graag, ook van andere lezers!
LikeLike